BSG 2 speelt thuis gelijk


‘Dit was een gelijk spel waarbij we met een blauw oog zijn weggekomen.’ Terecht merkte Sjoerd dit op na afloop van de op het nippertje behaalde 4-4 thuis tegen Caïssa 4. Vorig jaar wonnen we nipt van ditzelfde team, ook thuis. We keken al snel tegen een 1-0 achterstand aan. Bert was in een hele scherpe theoretische variant beland. Het bleek een mijnenveld dat hij niet wist te detoneren. Bij de eerste de beste verkeerde stap blies hij zijn stelling op en ging hij zelfs mat. Gelukkig bracht Coen de stelling snel in evenwicht. Hij kwam prettig uit de opening, maar zijn tegenstander dacht de aanval te kunnen openen met een kwaliteitsoffer. Even leek het of Coen daarvan schrok, maar met enkele goed geplaatste dame-zetten wist hij de zwartspeler tot nog een kwaliteits-‘offer’ te dwingen, waarna hij het vakkundig afmaakte. Sjoerd zorgde voor de voorsprong. Na zorgvuldig manoeuvreren, dat vooral zijn tegenstander veel tijd kostte, sloeg hij op het juiste moment keihard toe. Nadat hij de g-lijn geopend had plantte Sjoerd een toren op g2, die genomen werd, waarna hij met paard en dame verschrikkelijke dingen dreigde. Even dacht ik dat hij soort molenwiekend aftrekschaak had, waarbij hij na een schaakje steeds nieuw materiaal (terug) kon winnen, maar het werd gewoon een prachtig stikmat! Theo kwam remise met zijn opponent overeen, na een opening waar niet veel gebeurd was en waar ook niet veel spel in zat. Ook Chris speelde remise. Hij speelde een gambiet dat in de praktijk vaak tot remise leidt. De Caïssa-speler speelde het echter nauwkeurig en Chris zag zijn pion niet meer terug. Omdat er veel stukken geruild werden ontstond er een stelling waarvan niet meer duidelijk was of er nog voordeel voor wit was, waarna het delen van het punt een gerechtvaardigd resultaat was. Het volgende volle punt dacht ik te zien aankomen voor Ruben. Hij had ook een pion geofferd, een soort ‘poisoned pawn’ op b2, alleen hij wist zijn tegenstander niet voldoende te verlammen. Hij leek heel goed te staan, met een enorme ontwikkelingsvoorsprong, maar misschien wilde hij te snel of was hij te optimistisch over zijn directe kansen. Ruben offerde achter elkaar (pion, loper kwaliteit) tot zijn tegenstander zelfs een toren voor stond, maar het mat bleef uit. Het volle punt ging naar Caïssa. Zij kwamen zelfs op voorsprong toen Tom ook verloor. Vrij snel na de opening had Tom een remiseaanbod gehad. Zijn teamcaptain adviseerde hem om nog wat door te spelen, omdat het nog vroeg in de wedstrijd was, omdat er nog van alles mogelijk was, en omdat de teamcaptain Tom een sterkere speler vindt dan zijn tegenstrever. Dat laatste leek zich ook te gaan aftekenen. Tom kwam beter te staan. De stelling was echter blijkbaar zo scherp dat na een foute manoeuvre van Tom de Caïssa-speler ook een toren vlak voor zijn koning plantte (op b7), ook hier gevolgd door ondenkbaar mat. Met nog één partij aan de gang stonden we met 4-3 achter. Dit was de partij van Frans. De stelling was op dat moment in evenwicht. Beide partijen hadden op beide vleugels een paar pionnen, en Frans had twee paarden en zijn tegenstander een paard en een loper. Frans wist dat hij moest winnen. Hij hield de druk hoog en profiteerde meteen van een klein foutje van zijn tegenstander. Met een gave techniek verzilverde Frans dit kleine voordeel en scoorde zo een belangrijk punt. 4-4, op het nippertje. 1. Albert Riemens (2062) 1-0 Sjoerd Drent (2101) 2. IM Frans Borm (2226) 1-0 Aad Roemersma (2013) 3. Martin Bottema (2120) ½-½ Chris Kooijman (2076) 4. Ruben Hilhorst (2072) 0-1 Roel van Duijn (1969) 5. Evert-Jan Straat (1978) ½-½ Theo Slisser (2109) 6. Coen van der Heijden (2083) 1-0 Bert Westera (1981) 7. Cees Visser (1933) 0-1 Tom de Ruiter (2060) 8. Bert Kieboom (1984) 0-1 Rob Bödicker (1960)

Comments & Responses

Geef een reactie