Geluk, drama en tijdnood


In deze zesde KNSB-ronde speelde BSG 2 tegen Paul Keres 4. Onderweg naar de club belde ik voor de zekerheid nog even met Yme om te horen of zijn treinreis uit Rotterdam goed ging. Na 2 KNSB-zaterdagen zonder treinen naar Amsterdam (onze uitwedstrijden tegen Amsterdam West en Caïssa) vertrouw ik de NS niet meer 100%. Yme kon me geruststellen, maar even later kreeg ik toch een telefoontje. De trein van Utrecht naar Bussum was uitgevallen. Gelukkig reed de volgende trein wel. Yme en twee spelers van Paul Keres waren slecht een kwartier te laat.

Op de andere borden was de strijd al begonnen, onder toeziend oog van Cees Jan den Haan die deze ronde wedstrijdleider was. En ook nu bleek dat schaken lang niet zo’n wetenschappelijk spel is als je wel eens denkt. Ondanks alle boeken en databases zorgen spanning en tijdnood voor de nodige drama’s. Zo ook deze middag. Waarbij aan het eind van de dag de ploeg met de hogere elo wint. En dat is dan wel weer volgens het boekje.

Coen was als eerste klaar. Vanuit de opening kreeg hij een actieve stelling wat even later tot pionwinst leidde. Dat speelde hij keurig uit tot winst. Zelf was ik als tweede klaar. Ik nam remise aan met op de klok nog 7 minuten voor mij en 10 voor mijn tegenstander met nog 20 zetten te spelen. Inefficiënt tijdgebruik, inderdaad. In een damepionopening had ik met wit een pion op c5 gesnoept. Ik dacht dat ik een gunstige versie zou krijgen van de Noteboomvariant. In de praktijk viel dat tegen en moest ik hard werken en veel tijd gebruiken om mijn stelling bij elkaar te houden. Gelukkig had mijn tegenstander ook veel tijd gebruikt en toen ik mijn koning in veiligheid had gebracht, bood hij remise aan. Na even denken besloot ik om het aan te nemen, want blijkbaar ontbrak het me vandaag aan slagvaardigheid.

Intussen was iedereen in de tijdnoodfase en daar gebeurden rare dingen. Rein had na de opening een plusje, maar ineens had zijn tegenstander een gevaarlijke a-pion. Ik schatte in dat het moeilijk zou zijn om remise te maken toen zwart ineens met een wilde zet kwam. Rein kwam daardoor met paard en toren de zwarte stelling binnen, waarna zwart zijn paard moest offeren om een vrijpion te stoppen. Toen was de partij beslist. Frans stond beter, omdat er veel gaten waren in de koningsvleugel van zijn tegenstander. Daar kwam bij dat Frans veel meer tijd op de klok had. Hij viel binnen met dame, toren en loper en wit kon zijn verdediging niet langer bij elkaar houden.

Nog grotere drama’s deden zich voor bij Yme en Tom. Tom had een stukoffer voor zijn kiezen gekregen en leek alles onder controle te hebben. Maar in tijdnood miste hij een penning over de f-lijn waardoor hij zijn dame tegen een toren moest geven. De overblijvende toren en dame van wit waren veel te sterk voor de torens en loper van Tom. Erg vervelend zo’n nederlaag. Zeker als je bedenkt dat Tom net een goed Tata Steel had gespeeld en dat de partij van vandaag ook goed ging. Daar staat tegenover dat het Yme meezat. Hij had een pion meer in een toreneindspel, maar zijn tegenstander had een actieve toren op de tweede rij en dreigde zijn koning te activeren. Yme zette een afwikkeling in naar gelijk spel, maar zijn tegenstander deed het verkeerd. Hij belandde in een verloren pionneneindspel. Geen wonder dat hij ruim na afloop nog baalde in de analyseruimte.

Zo stond het 4½-1½ met nog twee partijen te gaan. Timon had vroeg in het middenspel een pion gewonnen. Op een gegeven moment was dat veranderd in drie pionnen tegen een loper. Ik denk dat zijn tegenstander daarvan teveel onder de indruk was, want hij gaf op zijn beurt zijn loper tegen twee pionnen. Er resteerde een eindspel met lopers van ongelijke kleur (en ieder een toren). Timon probeerde het nog, maar zwart verdedigde goed.

Wat mij betreft was Jespers overwinning de grootste positieve verrassing van de dag. Dit seizoen had hij een paar keer pech gehad. Niet kunnen winnen en één ongelukkige nederlaag. Maar vandaag kreeg hij een vol punt waar hij hard voor moest werken. In de opening had hij een pion geofferd, maar had geen volledige compensatie. In het begin van het eindspel vond ik dat de witte stukken gevaarlijk binnenkwamen, maar Jesper had het loperpaar. Toen zijn tegenstander te ver ging in een winstpoging, counterde Jesper naar de winst.

Zo stond een 6-2-eindstand op het bord, waarmee we nog steeds ongeslagen bovenaan staan. De volgend ronde op 10 maart, spelen we weer thuis. Dan tegen De Toren Arnhem 2.

BSG (2062) – Paul Keres 4 (1907) 6-2
1. Jesper de Groote (2179) – John Cornelisse (2136) 1-0
2. Yme Brantjes (2081) – Erik Corneth (1930) 1-0
3. Frans Borm (2141) – Rolf Dijksterhuis (1903) 1-0
4. Rein Brouwer (2045) – Conrad Kiers (1892) 1-0
5. Tom de Ruiter (2022) – Mitchel Wallace (1729) 0-1
6. Ruben Hilhorst (2027) – Pim te Lintelo (1907) ½-½
7. Coen van der Heijden (2054) – Jeroen Bollaart (1887) 1-0
8. Timon Brouwer (1947) – Youri Gerritse (1875) ½-½

Ruben Hilhorst (teamleider)

Tags: , ,

Comments & Responses

Geef een reactie