BSG 2 gaat fors onderuit


Zaterdag 3 november speelden wij uit tegen Caissa 2 uit Amsterdam. De einduitslag was een forse 7-1 nederlaag. In dit verslag leest u hoe het zover kon komen. Laten we dan beginnen met de oorzaak buiten onszelf te leggen. Dit is een menselijke neiging en bespaart de moeite om kritisch naar onszelf te kijken.

De eerste externe oorzaak is natuurlijk de stroomstoring van afgelopen zaterdag waar het Gooi en Almere onder gebukt gingen. Dit had verschrikkelijke effecten op ons. Wij konden ons niet opladen voor de wedstrijd bij gebrek aan elektriciteit uit het stopcontact. Onze wekkerradio’s waren van slag waardoor wij niet op tijd opstonden. Wij moesten vrezen dat de trein naar Amsterdam niet zou rijden, waardoor onze zenuwen tot het uiterste werden belast. Netwerkbeheerder Liander kan dan ook een forse claim tegemoet zien vanwege het leed dat ze ons hebben aangedaan.

De tweede externe oorzaak is dat Caissa 2 niet in hun eigen clublokaal speelde, maar in het gebouw waar Amsterdam West speelt. Dat maakte onze route veel langer. Gaat u maar na. Van Bussum naar Amsterdam Muiderpoort en dan 5 minuten lopen naar Caissa 2 is veel korter dan reizen naar Amsterdam Centraal, dan de tram nemen naar de Marnixstraat en lopen naar het Bilderdijkpark. Het is een klein wonder dat wij na deze fysieke inspanningen überhaupt nog in staat waren een schaakstuk op te tillen. Dat wij vorig jaar in dezelfde locatie nog wonnen van Amsterdam West was een groot toeval.

“Niet heel geloofwaardig”, hoor ik u denken. Dan ontkom ik er niet aan om de partijen te beschrijven.

Coen (4) speelde een provocerende opening, maar leek vooral zichzelf te provoceren. In een stelling waarin hij nauwelijks stukken had ontwikkeld ging de zwarte dame naar a5. Wit offerde een pion met b2-b4, kwam binnen met de dame op d5 en later e8. Coen speelde …Kg8-g7-h6 en verloor. Achteraf gaf hij aan dat hij met …e5-e4 in plaats van …Kg7 compensatie had gekregen voor de kwaliteit die hij achterstond. Hiermee stonden we al snel met 1-0 achter.

Timon (6) speelde een kalme opening en leek slecht ietsje minder te staan. Maar ineens had zijn tegenstander twee paarden tegen een toren en had wit alle kansen. Dat bleek niet te houden voor Timon. (2-0).

Tom (8) had een gedrongen stelling en speelde …b7-b5 om met een pionoffer kansen te krijgen. Ik heb niet gezien wat er precies gebeurde, maar op een gegeven moment stond de witte koning niet helemaal veilig en stond Tom een stuk achter. Zijn initiatief was niet genoeg en even later kon Tom opgeven. (3-0)

Yme (5) was vorig seizoen onze rots in de branding, maar heeft het dit seizoen zwaarder. Misschien omdat hij een nieuw ritme moet vinden nu hij zijn studie in Rotterdam heeft voltooid en nog 2 jaar doorstudeert in Maastricht. Vorm is nu eenmaal ongrijpbaar. Soms heb je het en soms ben je het kwijt. Gelukkig komt het na verloop van tijd altijd terug! Zaterdag had Yme vanuit de opening druk op de zwarte stelling, maar hij gebruikte heel veel tijd. In het eindspel dacht hij materieel voordeel te houden, maar zag over het hoofd dat hij het zwarte loperpaar niet kon uitschakelen. (4-0)

Rein (7) kreeg in de opening het loperpaar, maar door stond tegenover dat hij een dubbelpion had en dat zwart veld d4 had voor een paard. Het was een boeiende partij en lange tijd stond het ongeveer gelijk. In het eindspel liet Rein zijn paard verdwalen waardoor zwart ineens kon oprukken met een vrijpion. (5-0)

Jesper (3) had lange tijd een stelling waarvan ik dacht dat hij die makkelijk zou winnen. Zeker toen hij een dame had tegen zwart een toren en paard. Blijkbaar was het allemaal lastiger dan het eruitzag, want de partij eindigde in remise. (5½-½)

Ik speelde met zwart remise aan bord 2. Er kwam een variant op het bord die ik goed had bestudeerd naar aanleiding van een partij in de interne competitie tegen Henk van der Poel, terwijl mijn tegenstander het voor het eerst speelde. Er ontstond een typisch patroon met voor zwart een achtergebleven pion op e6 en een pion op d5 tegen een witte pion op d4. De vraag is dan wat zwaarder telt: druk op e6 of druk op d4. De krachten hielden elkaar in evenwicht en wit was min of meer gedwongen om in te gaan op een zetherhaling. (6-1)

De laatste partij is die van Frans (1). De stelling vervlakte vrij snel na de opening, maar Frans had een microscopisch voordeeltje. Gelet op de standen op de overige borden, probeerde Frans om water uit steen te persen. Hij miste echter in een paardeindspel dat zijn tegenstander met een schaakje kon afwikkelen naar een gewonnen pionneneindspel. (7-1)

Een forse nederlaag, maar zo erg had het niet hoeven zijn. Wat kunnen we hiervan leren?

  • Ik heb de indruk dat sommigen van ons onbewust te hard hebben geprobeerd om de 1-0 achterstand goed te maken waardoor ze uiteindelijk verloren. Er is een groot verschil tussen een stelling in leven houden en forceren.
  • Schaken is voor een flink deel een mentaal spelletje en alleen met een gezonde dosis zelfvertrouwen komen er goede zetten uit je handen.

Ten slotte de volledige uitslag:

Caïssa 2 (2116) – BSG 2 (2058) 7-1
1. Rob Witt (2132) – Frans Borm (2141) 1-0
2. Rogier van Arkel (2166) – Ruben Hilhorst (2014) ½-½
3. Gert-Jan van der Hoeven (2244) – Jesper de Groote (2206) ½-½
4. Maarten Hoeneveld (2053) – Coen van der Heijden (2052) 1-0
5. Anno Steenberg (2109) – Yme Brantjes (2071) 1-0
6. Paul Janse (2087) – Timon Brouwer (1930) 1-0
7. Paul Hummel (2100) – Rein Brouwer (2097) 1-0
8. Evert-Jan Straat (2037) – Tom de Ruiter (1947) 1-0

Ruben Hilhorst (teamleider)

Tags: , ,

Comments & Responses

Geef een reactie