Een abonnement op 4½ – 3½, maar wel vier keer ten gunste van onze tegenstanders. Zuid-Oost United speelde met een tactische opstelling waarbij ik aan bord 1 tegen hun zwakste speler me verplicht voelde te winnen en dat gebeurde ook. De rest van de partijen leek zich deze keer voor ons goed te ontwikkelen, maar zoals al eerder liep het toch weer net anders.
Kees Jan (4) leek op een overwinning af te stevenen, maar hij liet zijn tegenstander met remise wegkomen, na een vingerfoutje. Later zou blijken, dat het het bekende halfje na de 4 zou zijn.
Rob Disselhoff (5) verraste zijn tegenstander niet met zijn 1. Pc3, want via een omweg stond er toch een Siciliaan op het bord en daar wist zijn opponent iets meer van te maken dan Rob: een tegenvaller.
Iskander (3) kwam geleidelijk aan in de verdrukking, maar zijn tegenstander ging toch in op een remiseaanbod, toen de stand aan de overige borden hem voldoende zekerheid gaf.
Rob Tijssens (7) speelde tegen een speler, die tot nu toe nog niet in de opstellingen was voortgekomen. Hij bleek wel in staat om een mindere stelling in remise om te zetten.
Bert Kieboom (8) voelde zich na weken van afwezigheid wel weer in staat een extern partijtje te spelen. Na een interessante openingsfase had hij een licht voordeel, maar hij koos het zekere voor het onzekere en kwam remise overeen. Had hij geweten hoe het later aan de overige borden verliep en dat zijn tegenstander een lage rating had, dan had hij toch liever nog even door gespeeld, maar ja dat is achteraf gepraat.
Ook Ruben (6) wist niets beter te bedenken dan akkoord te gaan met een remiseaanbod. De laatste actieve speler was Daniël. Aan het tweede bord speelde hij tegen hun sterkste speler Waldemar Moes, een oud-BSG-lid. Daniel kreeg weinig kans en werd langzaam maar zeker weggespeeld en daarmee kwam de eindstand op 4½-3½ uit.
Met nog vier ronden voor de boeg ziet het er niet zo florissant uit, maar we moeten erin blijven geloven, geloof in handhaving.
Zuid-Oost United (1773) – BSG 3 (1866) 4½-3½
1. Jan Steevens (1561) – Theo Slisser (2025) 0-1
2. Waldemar Moes (1971) – Daniël Kuijper (1687) 1-0
3. Almar Sternau (1909) – Iskander Schrijvers (1993) ½-½
4. Honathan van Nie (1947) – Kees Jan van Dolder (1932) ½-½
5. Jasper Boonstra (1845) – Rob Disselhoff (1842) 1-0
6. Pjotr van Nie (1652) – Ruben Piel (1827) ½-½
7. Bruno Konte (0) – Rob Tijssens (1769) ½-½
8. Henny Heima (1524) – Bert Kieboom (1854) ½-½
Theo Slisser (teamleider)