Zaterdag 23 november speelde het tweede thuis tegen SG Max Euwe 3. Vooraf wisten we dat we tegen deze nummer laatst moesten winnen om niet al na de derde competitieronde de eventuele kampioensaspiraties in de GFT (Geen Fijne Titelstrijd) -bak te gooien. Onder het “toeziend oog” van het schilderij van de “Grand-Maître” zelf, werd het schaakgenootschap dat zijn naam draagt in een onverwacht spannende wedstrijd met 5-3 verslagen door ons eigen schaakgenootschap uit Bussum (en omgeving).
Als eerste was Daniël op bord 8 klaar. Hij had nog iets goed te maken van de vorige keer. Zijn tegenstander Thijs Aalbers zat opgezadeld met een achtergebleven pion en Daniël verhoogde daartegen steeds meer druk. Hierdoor kwamen meer mogelijkheden bovendrijven en het was snel gedaan met zijn tegenstander: 1-0. Een goed begin is het halve werk.
Op bord 1 was Frans met zwart in een scherpe tactische strijd verwikkeld met teamleider Anne Veltman. Hoewel zijn dame-uitval naar g5 er gevaarlijk uitzag, bleef Frans zelf met nogal wat gaten in zijn verdediging zitten. Dát in combinatie met een koning die in het midden geparkeerd stond en lastiggevallen werd door een ”handtastelijke bisschop”, betekende helaas een vroegtijdig einde van een hoopvol begin van de partij. De stand was weer gelijk.
Ruben met wit kreeg in de opening al snel het initiatief nadat zijn tegenstandster Jessica Groenewolt haar loper van de zwarte velden had geruild tegen een wit paard. In het vervolg kreeg Ruben druk en met Dg4 viel hij pion g7 aan, waarmee hij …Ke8-f8 afdwong. Het gevolg hiervan was dat de zwarte toren op h8 niet meer in het spel kwam. De partij was ineens snel voorbij toen zwart een kleine combinatie over het hoofd zag en Ruben een vol stuk won. We stonden weer op voorsprong: 2-1.
Ongelukkigste man van de dag was Joan. In een kalm opgezette partij stond onze tweedebordspeler duidelijk beter tegen de talentvolle jeugdspeler Wahe Boghossian. Rustig en berekenend had Joan zijn positionele voordeel uitgebouwd. Toen hij zijn mataanval had ingezet bleek hij een tussenzet met schaak over het hoofd te hebben gezien. In plaats van een punt bij te schrijven waarmee hij het team op een comfortabele 3-1 voorsprong zou hebben gezet, moest Joan een bittere pil slikken: 2-2.
Timon speelde met wit tegen Laurens Snuverink die enkele jaren geleden nog de ratinggrens van 2100 bijna aantikte. Na loperruil op h6 vloog Timons dame uit naar dit veld waardoor zwart niet meer kort kon rokeren. Toen hij dat daarom dus maar lang deed, vloog de reislustige witte dame terug via tussenstop e3, om vervolgens aan de andere kant van het bord op a7 te landen. Daar werd zwarts koning zó belaagd dat het gelijk over en uit was. We stonden weer voor.
Op bord 7 was Theo met zwart in een chaotisch scherpe stelling beland waarin hij duidelijk toch wat minder stond. Maar voor geen kleintje vervaard, blies Theo op het juiste moment de stelling op met een kwaliteitsoffer. Hij is de tachtig gepasseerd, verdient daarom al ons respect, maar schroomt nooit om de aanval te kiezen en voor zijn eigen kans te gaan. Zijn tegenstander nam het offer aan waarna Theo zijn stukken zó manoeuvreerde dat hij als een mes door warme boter sneed en het eerste matchpunt binnensleepte: 4-2, dankzij “Theo de beslisser”.
Een half puntje uit de laatste twee partijen was voldoende on het volle pond binnen te halen. Rein kwam met zwart tegen hun hoogsteratinghouder Wouter de Haas met voordeel uit de opening. Dat voordeel wist hij in het middenspel uit te bouwen tot een voorsprong van twee pionnen. Uiteindelijk kwam het lastige eindspel op het bord van dame tegen twee torens met ieder nog wat pionnen (en Rein nog steeds plus twee). Met vaste hand voerde Rein zijn voorsprong tot een gewonnen stelling, maar toen bleek hoe verraderlijk het eeuwigschaakpotentieel is van de twee verbonden torens. Na een kleine onnauwkeurigheid van Rein kon De Haas naar remise vluchten met herhaling van zetten. Teamwinst was desondanks hiermee zeker gesteld en de twee matchpunten waren binnen!
Het slotakkoord was voor Coen die, nadat hij in het middenspel ernstige bedreigingen aan het adres van zijn tegenstander had verstuurd, in een toreneindspel met een pion meer terecht kwam. Dat speelde Coen niet zo nauwkeurig waarna zijn tegenstander nog de beste kans op winst kreeg. Toreneindspelen draaien echter vaak op remise uit en na nog wat commotie omtrent een vermeend remiseaanbod van Coen dat door diens tegenstander ten onrechte werd geclaimd, werden de punten gedeeld.
Einduitslag: 5-3, en Euwe zag dat het goed was…
BSG 2 (2016) – SG Max Euwe 3 (1892) 5-3
1. Frans Borm (2119) – Anne Veltman (1959) 0-1
2. Joan Arensman (2080) – Wahe Boghossian (1769) 0-1
3. Rein Brouwer (2054) – Wouter de Haas (2025) ½-½
4. Timon Brouwer (2052) – Laurens Snuverink (1897) 1-0
5. Coen van der Heijden (2030) – Vincent Vleeming (1919) ½-½
6. Ruben Hilhorst (2008) – Jessica Groenewolt (1831) 1-0
7. Theo Slisser (1991) – Sjaak Piest (1931) 1-0
8. Daniël Kuijper (1796) – Thijs Aalbers (1805) 1-0
Timon Brouwer