Op 20 maart kreeg BSG 1 (SOS) de koploper Woerden 1 op bezoek: een sterk team, met een gemiddelde rating van rond 2000 Elo. Om ze waardig op te wachten hadden zich een aantal van onze toppers bereid verklaard om in te vallen: Timon, Rein, Herman, Ruben H., en Joan. Het werd een enerverend gevecht.
Joan Arensman (wit, bord 8) was als eerste klaar: hij had een toren geofferd op de damevleugel om de zwarte dame van de koningsvleugel af te leiden, waarna vervolgens een tweede torenoffer de koningsvleugel van zwart in as legde.
Theo Slisser (zwart, bord 7) was in een klassieke bui: hij bracht de Trojaanse oorlog ten tonele. Nadat hij de aanvalswoede van zijn tegenspeelster, die de rol van de Grieken op zich nam, had kunnen beteugelen, en met een pion meer goede winstkansen had gekregen, zag hij een houten paard instaan. Het verhaal is bekend: de Trojanen nemen het houten paard, en de Grieken gebruiken dit om Troje binnen te vallen.
33. … Dd5:?
De zet 33. … Le5 had het cruciale veld h8 onder schot gehouden.
34. Dh7+ Kf8
35. Dh8+ Dh8:
36. Th8:+ Kg7
27. Tc8: en wit won.
Ruben Piël (wit, bord 6) speelt onverminderd ijzersterk. Na in de opening een dame tegen toren en paard te hebben gewonnen had hij een lastige stelling over gehouden, want het was het meest actieve toren-paard paar dat ik ooit heb gezien:
Als zwart hier 25. … Pc4 had gespeeld, dan was er niet veel eer te behalen geweest. Echter, zwart wilde liever de loper houden en speelde
25. … ef5:
Vanaf dat moment liet Ruben niet meer los, hoewel het met deze ongelijke materiaalverdeling nog hard werken was.
Ruben Hilhorst (zwart, bord 5) had een vrij gelijk opgaande partij, totdat hij deze stelling bereikte:
De loper op g2 drukt vervelend op d5, dus het is verstandig om hem af te ruilen:
21. … Lg2:
Echter, dit maakt de d-lijn vrij, en wit rook zijn kans.
22. Pe6:
Het lijkt er op dat of de kwaliteit, of de dame er aan gaat! Was het niet maandagavond, maar zaterdagmiddag geweest, dan had Ruben vast deze ingenieuze redding gevonden: 22. … fe6: 23. Td8: Lf3! Of de dame wijkt, en zwart heeft toren, loper en paard tegen dame; of wit speelt 24. Lc5:! Lg4: 25. Le7: Tf5 26. Ld6 met een vrijwel gelijke stelling. Nu echter volgde
22. … Pe6:?
23. Td8: Ld8:
24. Kg2:
en er was geen redden meer aan.
Op bord vier had Herman van Engen (wit) een drukstelling opgezet, en was zojuist enthousiast bezig zijn tegenstander te wurgen, toen deze met een kwaliteitsoffer weer lucht kreeg. Op de dertigste zet bood onze man impliciet remise aan door het volgende loperoffer.
31. Lh5:
Na 31. … gh5: 32. Dg5+ Kf8 33. Dh6+ Ke8 34. Dh8+ Ke7 35. Df6+ Ke8 is het eeuwig schaak. Of was het geen remiseaanbod? Misschien hadden beide spelers gekeken naar 31. … gh5: 32. Td3 en geconcludeerd dat wit een gevaarlijke aanval heeft? Maar dat is niet zo: 32. … Dc7 33. Dh6 Pe5:! (het paard wil de g-lijn blokkeren) 34. fe5: De5: en het veld g3 is verboden terrein voor de witte toren. Zwart speelde
31. … Dd8?
en had na
32. Lf3
een pion verloren. Hoewel Herman zijn tegenstander onder druk hield, bleef de partij moeilijk, en uiteindelijk kwam deze stelling op het bord.
Zwart zag zijn kans schoon om van de kwelgeest op f6 verlost te worden.
38. … Td6:
39. Ta6: Tf6:?
Echter, na
40. Td5:!
mochten de stukken weer terug in de doos.
Op bord drie ging Rein Brouwers tegenstander met wit al vroeg in de partij de mist in, toen hij bij rokades naar verschillende kanten zijn pionnen liet blokkeren. Rein ging in alle rust in de tegenaanval – en liet op zijn beurt een blokkade toe.
28. … b3
Het pionoffer 28. … Pe6! is loeisterk: het paard komt met tempo in het spel en neemt d4 op de korrel. Als wit niet neemt, maar de dame terugtrekt, bijvoorbeeld naar 29. Dc1, dan valt 29. … Da7 zowel a2 als d4 aan. Als wit met 29. Db4: wel neemt, dan zijn de aanvalslijnen naar de witte koning helemaal open. 29. … Da7 30. Lc3 Ta2: 31. Dd6 (bijvoorbeeld) Ta1+ 32. Kc2 Pd4:+ 33. Ld4: Da4+ 34. b3 en wit gaat mat na Ta2+ en Da1+.
Niet getreurd: zwart had nog steeds voordeel, veroverde de zwakke witte pion op d4, en de opmars van de zwarte centrumspionnen was niet te stuiten.
Timon Brouwer (wit, bord 2) kreeg een loepzuivere minoriteitsaanval voor de kiezen die Max Euwe blij had gemaakt, maar Timon dus niet.
Mark Grondsma (zwart, bord 1) speelde een spannende partij, die een stelling opleverde met paarden en een hoop zwakke pionnen aan beide kanten, en beide spelers nog maar minimale hoeveelheid tijd op de klok. Het was aan hem en zijn tegenstander af te zien dat ze wat graag alle fijnheden van dit eindspel hadden uitgeanalyseerd. Aangezien dat niet ging, tekenden ze maar de vrede, en had BSG de koploper in de meesterklasse B van de SOS verslagen.