Na een spannende middag waarin het lang onduidelijk was welke kant het kwartje zou vallen, behaalde BSG 2 op 7 oktober een belangrijke overwinning op het sterke team van Moira-Domtoren.
Door Ruben Hilhorst
Theo was als eerste klaar. Er kwam al snel een stelling op het bord waarin weinig leven zat. Even later kwamen Theo en zijn tegenstander Johnny de Kraker remise overeen. Edwin viel in en speelde tegen Jorn van Beek. Hij kreeg met zwart het aloude Koningsgambiet te bestrijden. Dat is en blijft een gevaarlijk wapen. Edwin koos het foute plan en moest even later zijn koning omleggen.
Frans speelde een solide remise tegen Daan Schönberger. De dames gingen snel van het bord en Frans had het loperpaar. Even hoopte ik dat Frans een imitatie van Ulf Andersson zou doen die in zijn topjaren de Pirc-verdediging op vergelijkbare manier bestreed en vaak won. Maar zwart stond stevig genoeg en het punt werd gedeeld. Al met al een goed resultaat tegen een sterke speler. Intussen was het misgegaan in de partij tussen Herman en Tjerk Hacquebord. Vanuit de opening was een boeiende strijd ontstaan waarin Herman de betere kansen had. Maar de stelling was gecompliceerd. Herman zag over het hoofd dat hij een stuk weggaf en verloor.
Zo stond het 3-1 voor Moira-Domtoren en was het de vraag wat de overgebleven spelers konden doen. Kees Jan was prima uit de opening gekomen, maar in het middenspel had hij zich verrekend en zo belandde hij in een eindspel van toren en loper tegen dame met nog de nodige pionnen voor beide spelers. Kees Jan vocht voor wat hij waard was en sleepte heel knap een remise uit het vuur.
Ruben Piël bereikte met wit niet veel vanuit de opening en hij kwam onder druk te staan tegen Erik Janse. Maar de partij was niet foutloos en Ruben won de kwaliteit. Zwart had compensatie, maar uiteindelijk trok Ruben aan het langste eind. Ook hier een prima prestatie omdat Ruben zich onder de druk vandaan speelde. Tom speelde tegen de teamcaptain van Moira (Bart Jan Andriessen). In zijn gebruikelijke stijl verbeterde Tom zijn stelling beetje bij beetje en zo trok hij het punt over de streep. Hiermee stond het 3½-3½, maar de laatste partij gaf niet veel hoop.
De partij tussen Ruben Hilhorst en Albertus ten Hertog ging gelijk op totdat Ruben zijn eigen stelling om zeep hielp met twee slechte zetten. Wit stond gewonnen, maar reageerde verkeerd toen Ruben zich probeerde te bevrijden. Ineens was het wit die moest oppassen. Na fouten van beide partijen kwam een eindspel op het bord waarin Ruben een dame had en ten Hertog een vrijpion op a6. Als die op a7 had gestaan was het remise, maar nu won Ruben.
Zo kwam de eindstand op 4½-3½ in het voordeel van BSG 2. We hebben dankzij een vechtersmentaliteit gewonnen van een sterke tegenstander. In ronde 3 mogen we het thuis opnemen tegen het nog sterkere Paul Keres 4 en dan mogen we in ronde 4 weer naar Utrecht reizen om tegen Moira Domtoren 2 te spelen.
Moira-Domtoren (1933) – BSG 2 (1940) 3½-4½
1. Daan Schönberger (2163) – Frans Borm (2096) ½-½
2. Tjerk Hacquebord (1978) – Herman van Engen (2030) 1-0
3. Erik Janse (1884) – Ruben Piël (2007) 0-1
4. Albertus ten Hertog (1913) – Ruben Hilhorst (1957) 0-1
5. Bart Jan Andriessen (1850) – Tom de Ruiter (1983) 0-1
6. Johnny de Kraker (1889) – Theo Slisser (1936) ½-½
7. Edwin Tol (1960) – Kees Jan van Dolder (1825) ½-½
8. Jorn van Beek (1827) – Edwin Baart (1683) 1-0