Direct na de ruime 5½-2½-nederlaag tegen Almere 2, wist ik wat wij nodig hebben. Toegegeven, het inzicht komt te laat. Maar beter laat dan nooit, niet waar? BSG 2 gaat op trainingskamp. Een rustige plek waar wij niet worden afgeleid (eis nummer 1) en met een gunstig klimaat zodat geen van ons last kan krijgen van griepjes en koudjes (eis nummer 2), want de leeftijd begint een rol te spelen. En dan trainers erbij die hun sporen hebben verdiend, want het is duidelijk dat alleen een flinke schaakclinic het tweede weer aan de praat kan krijgen. Gelukkig heeft BSG de technische staf hiervoor in huis met Timon die maandag de senioren traint en Ewoud die vrijdag de jeugd traint. Na zorgvuldig selecteren heb ik een paar locaties gevonden die aan beide eisen voldoen: Thailand, Bali of Curaçao. Het bestuur zal de noodzaak van deze investering zonder enige twijfel direct herkennen en honoreren.
Door Ruben Hilhorst
Laten we de partijen van zaterdag eens nalopen. Theo was als eerste klaar met een remise. Vrijdag had hij gebeld dat hij niet topfit was en dat er misschien een vervanger nodig was. Zaterdag voelde Theo zich goed genoeg om mee te spelen, maar was uiteindelijk blij met een snel halfje tegen Gerard Koeleman. Ook Rob was snel klaar, maar hij deed dat met een overwinning. Ik weet niet precies wat daar gebeurde. Al snel na de opening stond er een witte pion op g5 en een loper op g2. En Rob keek aanzienlijk tevredener naar de stelling dan zijn tegenstander Cees Smits, dus blijkbaar stond hij toen al goed. (½-1½)
Almere kwam snel langszij dankzij een overwinning van Mark Gesman op Kees Jan. Na een opening die beide spelers onnauwkeurig speelden, stond er een ongeveer gelijke stand op het bord. Kees Jan speelde het thematische f2-f4 maar in dit geval was het niet goed en zwart antwoorde prima met …f7-f5. Na nog een fout van wit stonden er een zwarte toren en dame op de tweede rij en was de partij over. (1½-1½) Frans speelde remise tegen Pim Beers. Hij had een klein plusje vanuit de opening, maar echt tastbaar werd het niet. (2-2).
Maar dan het drama op borden 2, 3 en 6. Herman won in de opening een pion na 1. e4 c5 2.Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Lc4 Pxe4 6. Dh5. Een gek gambiet maar de computer geeft dat het speelbaar is en zwart is zeker op onbekend terrein. Herman kwam dus in een enge (pun intended) stelling terecht. Langzaam maar zeker neutraliseerde hij de dreigingen van Klaas Veldhuijsen. Alleen lijkt het erop dat het teveel energie had gekost, want op een gegeven moment liet hij pardoes zijn dame instaan. (3-2) Een schrale troost is dat hij in het goede gezelschap is van oud wereldkampioen Petrosian die in 1956 zijn dame liet instaan tegen Bronstein.
Een vergelijkbaar energielek speelde Tom parten. Na een lange manoeuvreerpartij waarin Tom lichte druk had, liet hij zwart binnenkomen. Het leidde tot een paard-tegen-lopereindspel waarin zijn tegenstander Leo Damen netjes de valletjes ontliep die Tom nog probeerde te zetten en het punt naar zich toetrok. (4-2)
Ook Ruben Piël had zijn dag niet. Tegen Jeroen Wieland zette hij de opening verkeerd op en het is knap hoe hij zich nog wist terug te vechten. Alleen ook hier had het tijd en energie gekost en Ruben ging door de vlag. (5-2)
De laatste partij die was afgelopen was die tussen Ruben Hilhorst en Albert Kortendijk. Ruben won een pion, maar wit had compensatie. In een gelijke stand bracht wit een stukoffer maar speelde het vervolg niet goed, waarna Ruben gewonnen stond. Hij speelde het niet handig verder en gaf zijn extra loper op om te voorkomen dat een witte vrijpion gevaarlijk werd. Het resterende toreneindspel met een pion meer leidde uiteindelijk tot een pionneneindspel dat eindigde in pat. (5½-2½)
Almere 2 (1751) – BSG 2 (1932) 5½-2½
1. Pim Beers (1845) – Frans Borm (2089) ½-½
2. Klaas Veldhuijsen (1731) – Herman van Engen (2005) 1-0
3. Leo Damen (1889) – Tom de Ruiter (1963) 1-0
4. Albert Kortendijk (1826) – Ruben Hilhorst (1956) ½-½
5. Mark Gesman (1779) – Kees Jan van Dolder (1822) 1-0
6. Jeroen Wieland (1756) – Ruben Piël (1973) 1-0
7. Cees Smits (1534) – Rob Disselhoff (1779) 0-1
8. Gerard Koeleman (1649) – Theo Slisser (1867) ½-½