Afgelopen maandag 23 september mocht BSG 2 voor het eerst aantreden in de hoofdklasse van de SOS-competitie. Na tweemaal achtereen een promotie is er één ding wat zeker is: het zal een hele kluif worden om ons hier te handhaven. Op zich was Apeldoorn niet de sterkste tegenstander, dus we zouden hier wel minstens kans moeten hebben op een wedstrijdpunt.
Door Bert Balke
Helaas mocht het niet zo zijn, al begon het goed. Lodewijk won vrij snel een stuk nadat zijn tegenstander een indirect verdedigde pion stal. Hij wikkelde af naar een eindspel met stuk en pion meer en dat was relatief snel beslissend. Op bord 8 speelde Melchior een solide partij met een loper tegen paard in het middenspel. Wellicht speelde hij iets te solide, omdat hij ergens een kans miste om er iets meer van te maken dan remise. Inmiddels kwam op bord 4 bij bovengetekende een pion extra op het bord die op weg naar de overkant geruild kon worden voor een stuk, waarna het snel over was.
Op zich was dat een comfortabele 2½-½-voorsprong. Maar de overige borden stonden moeilijker. Op bord 7 had Jeroen een kwaliteit gewonnen, maar of dat de kwaliteit van zijn stelling echt ten goede kwam, dat bleek een moeilijke kwestie. Uiteindelijk verloor hij zelf tweemaal de kwaliteit en nog een pion, die ondersteund door de toren van zijn tegenstander zijn leven, althans op het bord, onmogelijk maakte. De voorsprong slonk daardoor, en op bord 4 stond het moeilijk waar Rik een pion achterstond, met een loper-tegen-paard-eindspel. Gelukkig bleek de combinatie van de sprongkracht van het paard en de inventiviteit van Rik om hier genoeg dreiging uit te halen voldoende voor remise.
Dat was echter niet weggelegd voor Tom op bord 1, die met zwart speelde tegen een tegenstander die zijn koning gewoon in het midden liet staan, en uitging van het ruimteoverwicht om toch op de damevleugel aan te vallen. Het bleek een moeilijke strijd te worden, die uiteindelijk in het eindspel voor wit beslecht werd. Bert Kieboom stond daarentegen goed, en had een pion meer in een eindspel met gelijkkleurige lopers. Wellicht maakte hij een inschattingsfout bij het creëren van een vrijpion, aangezien zijn eigen koning ook was gebonden aan die van zijn tegenstander. In elk geval was het een comfortabele remise.
Het laatste bord waar nog strijd werd geleverd was bord 2, waar invaller Joan met wit, eigenlijk een groot deel van de partij best goed stond. Het was echter niet genoeg. Hij moest het uiteindelijk in tijdnood, met een stuk minder maar met actieve torens, gewonnen geven tegen een mataanval.
Al met al hebben we goed partij gegeven in de hoofdklasse, na een enigszins verrassende promotie vorig jaar. Het zal nog moeilijk zijn om ons te kunnen handhaven, gezien de krachtsverhoudingen, maar met een beetje meer geluk hadden we zeker al een wedstrijdpunt kunnen halen.
BSG 2 (1859) – Apeldoorn (1929) 3½-4½
1. Tom de Ruiter (1929) – Jelle Bauer (2028) 0-1
2. Joan Arensman (1938) – Casper Wouters (2042) 0-1
3. Bert Kieboom (1873) – Thomas Manschot (1929) ½-½
4. Bert Balke (1874) – Cees Beekhuis (1962) 1-0
5. Rik Weidema (1825) – Marcel Kraaijkamp (1935) ½-½
6. Lodwijk van Pol (1821) – Jan Walpot (1882) 1-0
7. Jeroen Olislagers (1793) – Theo Visschedijk (1854) 0-1
8. Melchior Brandenburg (1818) – Marco Beerdsen (1799) ½-½