Na twee ronden staat het tweede roemloos onderaan in klasse 4C. Zelfs nog onder teams die slechts één wedstrijd hebben gespeeld. Nou moet wel weer gezegd, dat onze tegenstanders uit de eerste twee ronden, Moira-Domtoren 2 en Paul Keres 4, juist de maximale score hebben. Ik probeer de moed er dus in te houden en hoop op betere tijden.
Door Paul Tuijp
Wist Ruben in de eerste ronde nog een vol punt te scoren, in de tweede wedstrijd lukt dat geen enkele BSG’er. Theo kan tegen zijn circa 70 jaar jongere tegenstander geen potten breken en pakt een halfje. Frans en Tom doen hetzelfde, maar tegen iets ervarener spelers. Frans lijkt daarbij nog wel kansen op meer te hebben, Tom moet steeds op zoek naar tegenspel. En vindt dat dus ook.
Het laatste halfje tekent bovengetekende aan. Behalve dat ik op zet 3 al verrast word door een nieuwtje (voor mij dan) en na 6 zetten al meer dan een half uur mijn hoofd heb gebroken over alle mogelijkheden, is er ook weer niet heel veel over te vertellen. En omdat ik van de verliespartijen geen fragmenten wil laten zien, neem ik de lezers nog mee naar het volgende. (Hopelijk niet in allerlei jubileumboeken al uitgemeten, maar dan in ieder geval een leuk weetje voor de BSG’ers die nog niet zo lang lid zijn.)
Ik bestudeerde vrijdagavond nog wat scherpe varianten binnen mijn witrepertoire, want ja, je wil al niet in de opening onaangenaam verrast worden (de studie hielp dus helemaal niet). Kom ik een partij van mijn teamgenoot tegen uit 1970! Ik was net uit de luiers. Dat Tom enige faam had, was me bekend, maar hij blijkt in ’69 en ’70 deelnemer aan het NK schaken. Hij wint in ’69 van de latere kampioen Hans Ree en speelt ook nog tegen Timman en Donner!
Maar terug naar 1970 als Tom 8e eindigt in een veld van 12 en onder andere Lex Jongsma verslaat. Maar ook Jacob Kort. En daar wil ik wat van laten zien. Ik bestudeerde nog even een scherpe variant uit de Jänisch van het Spaans. Ik laat die variant even achterwege, maar zoek de partij gerust op! Omdat het zo leuk is:
Om het verhaal van onze zaterdag compleet te maken. Herman speelt een goede partij, kansen over en weer, maar de laatste kansen zijn voor hem in een eindspel met alle zware stukken en een pion meer. Hoewel zwart nog wat onaangename druk heeft op f2 lijkt verlies toch onmogelijk. Helaas, helaas, Herman mist een dreiging op de onderste rij en kan meteen opgeven.
Kees Jan heeft dan al de vlag moeten strijken. Hij staat al snel onder druk en kan slechts ten koste van materiaal de boel droog houden. Het is uitstel van executie.
Ook Ruben kan zijn goede vorm niet etaleren. Door zijn recente goede resultaten mag hij op bord 1 spelen. Dat heeft hij geweten. Ook Ruben staat snel onder druk en de allereerste keer dat ik een blik op zijn bord sla, staat er al een onaantastbare witte pion op d7. Ook hier is het uitstel van executie en hoewel Ruben op alle mogelijke manieren tegenstribbelt, lukt het niet gelijk spel te krijgen.
Tenslotte invaller Rik (dankjewel Rik). Op creatieve wijze krijgt hij gelijk spel na de opening. Hij bezorgt zijn tegenstander twee dubbelpionnen en hoewel zijn tegenstander actiever staat, lijkt een remise voor de hand te liggen. Maar ja, je kan 40 nauwkeurige zetten doen en met één onnauwkeurige de boel verknallen. Zeker in het eindspel waar Rik in terecht komt. De dubbelpionnen lossen op en wit houdt een pion meer over. Het is vechten tegen de bierkaai en ook Rik moet zijn tegenstander feliciteren.
Weer een 6-2-verlies derhalve. Op 9 november mogen we naar Hilversum voor de derby tegen HSG. Dan wordt het wel tijd voor een goed resultaat!
BSG 2 (1918) – Paul Keres 4 (1997) 2-6
1. Ruben Piël (1928) – Arend van de Lagemaat (2025) 0–1
2. Tom de Ruiter (1916) – Simon Kronemeijer (2050) ½-½
3. Frans Borm (2070) – Evert van Heel (2030) ½-½
4. Herman van Engen (2004) – Wouter Langerak (2056) 0–1
5. Rik Weidema (1825) – Peter van Wijk (1983) 0–1
6. Paul Tuijp (1857) – Jan Prins (1971) ½-½
7. Kees Jan van Dolder (1864) – Max Viergever (1935) 0–1
8. Theo Slisser (1882) – Olaf Vlieger (1926) ½-½