Op maandag 7 oktober jl. speelden we met BSG 1 (SOS) de tweede competitiewedstrijd thuis tegen Moira-Domtoren 1. Rob Disselhoff was van de zon aan het genieten in Spanje en werd vervangen door de Groote Ewoud.
Door Timon Brouwer
Florian was als eerste klaar en maakte zich daarna snel uit de voeten. Met een iets betere stand en initiatief koos hij helaas voor de verkeerde breekmogelijkheid en verloor tot overmaat van ramp van zijn hogergerate tegenstander. Zijn rappe aftocht uit teleurstelling was begrijpelijk. Hij was niet de enige van ons team die ziek was van de uitslag. Daarover later meer.
Ton en Ewoud deden wat van hun verwacht werd en scoorden twee volle punten voor het team op de hoogste twee borden. Ook Rob Tijssens speelde met zwart een verdienstelijke partij en kon tevreden zijn met een half punt. Bij Henk lag het anders. Ook hij scoorde een halfje tegen Moira’s sterkste speler Daan Schönberger, maar had een winstmogelijkheid helaas over het hoofd gezien. We stonden vooralsnog 3-2 voor.
Peter Bommel speelde een degelijke partij en leek goed te staan maar ergens ging het mis en verloor jammerlijk: 3-3. Het werd dus toch nog spannend.
Zelf was ik bezig zijn tegenstander Tjerk Hacquebord genadeloos van het bord te hakken. Een overweldigende aanval kon ondanks de tijdnood met een niet te missen mat in één prachtig worden beslist met Txc3#. Maar ik zag het niet… Ik sloeg met de pion (…bxc3) in plaats van met de toren en ik verloor ook nog. Dom. Ik kan allerlei excuses aandienen als tijdnood, de tegenstander deed iets onverwachts (Db5), etc. Het helpt allemaal niet. We stonden met nog één partij gaande opeens met 3-4 achter. U begrijpt dat ik hier goed ziek van ben geweest en dat dit verslag wat langer op zich heeft laten wachten.
Gelukkig hadden we Ruben nog die op keurige wijze een eindspel met dames en pionnen gedecideerd afrondde met een vol punt. De eindstand kwam daarmee voor ons op een teleurstellend gelijkspel: 4-4.
BSG (2048) – Moira-Domtoren (1973) 4-4
1. Ton van der Heijden (2294) – Erik Janse (1968) 1-0
2. Ewoud de Groote (2235) – Rody Straat (2042) 1-0
3. Henk van der Poel (2221) – Daan Schönberger (2104) ½-½
4. Peter Bommel (1932) – Albertus ten Hertog (1921) 0-1
5. Timon Brouwer (1996) – Tjerk Hacquebord (1983) 0-1
6. Ruben Piël (1928) – Johnny de Kraker (1952) 1-0
7. Rob Tijssens (1876) – Wouter le Fèvre (1869) ½-½
8. Florian Wagener (1903) – Jorn van Beek (1946) 0-1